De belangrijkste verschillen tussen FOAMGLAS®-cellulaire glasisolatie en andere isolatiematerialen in de bouwsector

Bij het isoleren van gebouwen en infrastructuur kan de juiste keuze een grote invloed hebben op de energie-efficiëntie, de duurzaamheid en de algemene prestaties. Ontdek hoe FOAMGLAS-isolatie zich onderscheidt van andere veelgebruikte isolatiematerialen op de markt.

Waterdicht versus waterafstotend

Minerale isolatie is waterafstotend. Cellulaire glasisolatie is niet enkel waterafstotend maar ook absoluut waterdicht. Dit dankzij de miljoenen gesloten glascelletjes. Glas laat geen water door.

De isolatie blijft droog, winter en zomer, bij neerslag en opstijgend vocht, en zelfs bij overstroming. Daardoor behoudt cellulair glas het oorspronkelijk isolerend vermogen en zijn uitzonderlijke eigenschappen.

De FIW*-studie uit 2017, gebaseerd op stalen genomen uit 30 tot 50 jaar geleden geplaatst cellenglas, bevestigt dit. Het betekent ook dat cellulaire glasisolatie jouw gebouw en de inhoud ervan absoluut beschermt tegen waterinfiltraties, ongeacht de isolatietoepassing.

*FIW: onderzoeksinstituut voor thermische isolatie - München

Dampdicht versus dampopen

Isolatiematerialen met een damp-open structuur beschermen niet tegen condensatie. Wanneer condensatie optreedt worden zij nat en verliezen aan isolatiekracht. Condensatie zal sowieso ook leiden tot versnelde verouderingsprocessen van alle materialen die nat worden wat een verhoogde frequentie van reparatie of totale renovatie als gevolg heeft.

Afhankelijk van het type gebouw, het gebruik ervan, de interne luchtvochtigheid en het type structuur kan er vanwege de condensatie corrosie en zelfs structurele schade optreden die de stabiliteit van het gebouw in het gedrang brengt.

Kunststofisolatiematerialen zijn behoorlijk doch niet volledig dampdicht. Cellulaire glasisolatie daarentegen is volstrekt waterdampdicht. De waterdampdiffusie-weerstandsfactor is oneindig. Er is geen enkel risico op condensatie, noch in het materiaal zelf, noch in de opbouw.

Het materiaal zal niet opzwellen en ook niet beschimmelen. Wanneer de voegen dampdicht behandeld worden heeft cellulaire glasisolatie geen dampscherm nodig.

Presteren onder druk

De druksterkte is de mate waarin een materiaal weerstand biedt aan drukkrachten zonder dat het vervormt. Ze wordt uitgedrukt als kracht gedeeld door oppervlakte.  De Europese EN826 norm bepaalt de druksterkte van isolatiematerialen. Deze norm aanvaardt 10% vervorming. De meeste isolatiematerialen worden getest volgens de Europese EN826 norm.

Dit betekent het volgende voor jouw gebouw: bij 20 cm isolatie kan dit al snel 2 cm vervormen wat leidt tot spanning in de waterdichtheid met scheurvorming als gevolg. De aanvulling op de EN826, de Europese EN826 Annex A, aanvaardt noch vervorming noch buiging. FOAMGLAS®-cellulaire glasisolatie werd zeer succesvol getest op deze aanvullende norm dankzij de structuur van opeengestapelde glascellen.

Deze maakt onze isolatie ijzersterk. Overigens is cellulair glas in deze strenge testvoorwaarden vele malen sterker dan eender welk type isolatiemateriaal en dit met 0% vervorming.

Waarom is dit belangrijk?

Architecten, ingenieurs en aannemers staan voor grote uitdagingen wanneer een te isoleren oppervlakte hoge belasting moet kunnen weerstaan. Denk hierbij aan terras- en parkeerdaken of ondergrondse toepassingen. 

Als de onderliggende isolatielaag samengedrukt wordt, heeft dit een impact op de waterbestendige bekledingen, het vermindert de isolatiewaarde en ondergronds, onder de funderingsplaat, kan je verzakkingen krijgen. 

Cellulaire glasisolatie kent deze problemen niet. Cellulair glas is drukvast.

Wat betekent dit concreet?

De drukkracht van FOAMGLAS®-cellulair glas varieert, afhankelijk van het type, van 50 tot 160 ton/m². Dit betekent dat indien er op 1m² cellulair glas een kudde olifanten zou staan, het cellulair glas niet zou vervormen.

Met andere woorden: FOAMGLAS®-isolatie is drukvaste isolatie.  Cellulaire glasisolatie buigt noch vervormt wanneer ze onder druk staat. Sterker zelfs: wanneer het nodig is om het oppervlak onder bestratingen te isoleren, zijn zware dekplaten vaak overbodig wanneer je voor FOAMGLAS®-isolatie kiest.

Thermische uitzetting

hoe lager, hoe stabieler

Materialen krimpen bij koude en zetten uit bij warmte. De thermische uitzettingscoëfficiënt geeft weer in welke mate dit gebeurt.

Dit zijn de thermische uitzettingscoëfficiënten van enkele bouwmaterialen:

  • Isolatie
    Kunststofisolatie: 50 - 70 x 10-6/K
    Cellulaire glasisolatie: 9 x 10 -6/K
    Rotswol: 7 x 10-6/K

  • Andere bouwmaterialen
    Aluminium: 23 x 10-6/K
    Beton: 10 x 10-6/K
    Staal: 12 x 10-6/K

Hoe lager de uitzettingscoëfficiënt, hoe minder het materiaal krimpt of uitzet bij veranderende temperaturen.

Wat betekent dit voor de thermische isolatie van isolatiematerialen?

Een hoge thermische uitzettingscoëfficiënt heeft een impact op de vormvastheid van een isolatiemateriaal. Bij koude zal het isolatiemateriaal krimpen en open voegen of verzakkingen voorzaken, wat leidt tot koudebruggen.

Dit heeft grote gevolgen voor de thermische prestatie en dus voor de energie-efficiëntie van een gebouw. Het krimpen veroorzaakt tevens een trekkracht op het dakmembraan. Gevolg: het dakmembraan zal sneller verouderen en zal sneller moeten hersteld of vervangen worden. Bij warmte zal een isolatiemateriaal met een hoge uitzettingscoëfficiënt meer volume willen innemen.

Daardoor kunnen de dakbedekkingen beschadigen en zo waterlekken veroorzaken. Dit betekent ook een gereduceerde levensduur van de dakbedekking, vaker onderhoud,  reparatiewerkzaamheden en opnieuw sneller moeten overgaan tot de totale vervanging van de dakbedekking.

Invloed op de bevestiging

Een isolatiemateriaal dat gevoelig is voor temperatuursveranderingen wordt best mechanisch bevestigd. Wanneer dit type isolatie verschuift, staan voegen, dampschermen en waterdichte membranen onder druk.

Ondanks mechanische bevestiging ziet men soms toch schotelvorming door de dakmembranen heen. Dit veroorzaakt extra spanningen en leidt tot een verkorte levensduur van de dakmembranen.

Mechanisch bevestigen betekent ook frequente doorboring van de isolatielaag tot de drager. Dit veroorzaakt lokale koudebruggen en een verhoogd risico op lekken. Cellulaire glasisolatie heeft een thermische uitzettingscoëfficiënt die gelijkaardig is aan die van beton en staal.

Dankzij deze eigenschap kan het isolatiemateriaal volledig verlijmd worden zonder risico op scheuren of bewegen. FOAMGLAS®-cellulaire glasisolatie verlengt de levensduur van de dakmembranen, de waterdichting en de waterdichtheid.

Bestand tegen chemicaliën en ongedierte

Verschillende isolatiematerialen, zowel minerale als kunststofisolatie, zijn als gevolg van hun structuur en materie gevoelig voor solventen, zuren, bacteriën, schimmels, larven en allerlei soorten parasieten. Ze kunnen ook ratten en muizen aantrekken die het gebruiken als nestmateriaal.

Zo ontstaat er leven in daken, muren en zwevende vloeren. Bovendien verminderen de holtes en gangen de isolatiekracht van deze materialen.

Hun basismateriaal zorgt ervoor dat deze isolatiematerialen ook vaak niet bestand zijn tegen oliën en andere petrochemische producten. Daardoor zijn ze niet geschikt om vloeren mee te isoleren die bestemd zijn voor voertuiggebruik.

Cellulaire glasisolatie is glas en dus anorganisch. Het rot niet en trekt geen levende organismen aan. Het is ongevoelig voor koolwaterstoffen en vormt een uitstekende barrière tegen radongas.

Cellulair glas blijft intact. Zelfs 50 jaar later.

Je zou ook

geïnteresseerd kunnen zijn in het lezen van