Het FOAMGLAS® Melt-Shield Effect
Het oppervlak werkt als een hitteschild
In geval van brand fungeert het FOAMGLAS® -oppervlak als hitteschild dankzij het zogenaamde Melt-Shield Effect.
Na 30' blootstelling aan vlammen, begint het oppervlak te smelten maar het begint tevens te stollen of te "verglazen"; het absorbeert als zodanig de hitte en vormt een beschermende laag. De resterende massa van het materiaal blijft dus onbeschadigd.
In geval van brand heeft FOAMGLAS® een bijkomend zeer belangrijk voordeel: het beschermt de dragende bouwmaterialen.
Bij een normale brand van onderdelen uit gewapend beton, waarbij vaak temperaturen van ongeveer 1.000 °C of meer worden bereikt, betekent dit bijna altijd een onomkeerbare vermindering van de structurele stabiliteit. Daarom moeten gebouwen die uit dit materiaal zijn opgetrokken, na een zware brand worden afgebroken.
Dit is anders wanneer FOAMGLAS® -isolatie wordt gebruikt. In geval van brand fungeert FOAMGLAS® als een schild en beschermt het de achterliggende structuur minstens 30' tot 90' en verder tegen temperaturen van meer dan 180°C of hoger. Dit is niet alleen gebleken uit grootschalige brandtesten, maar ook uit reële brandhaarden.
Smeltpunt > 1.000 °C
Bij blootstelling aan temperaturen boven 1.000 °C, in de eerste 30' en verder, kan afhankelijk van de dikte vanaf 50 mm FOAMGLAS® -isolatie beschermend werken. Volgens DIN 4102-17, waarbij het materiaal minstens 80 mm wordt blootgesteld aan een temperatuur van 1000°C gedurende 90', mag de diktevermindering niet groter zijn dan 50%.
Een voorbeeld: In een gistingstoren die in het kader van renovatie- en herstellingswerken met FOAMGLAS® werd geïsoleerd, ontstond een zware brand (2013). Deskundigen hebben vervolgens de statische kwaliteit van de oppervlakken van de binnenmuren (structuur van gewapend beton) beoordeeld.
Het resultaat: typische schade-effecten zijn in het beton niet aantoonbaar. De aanbeveling luidt zelfs dat het beton voor onbepaalde tijd verder kan worden gebruikt.